Preview

‘ Volgens mijn opzoekingen heb je ooit een zoon gebaard? Ik zie dat je toen behoorlijk ingeknipt werd. Sht, niets zeggen! Een kind, dat je meteen na de geboorte ter adoptie hebt aangeboden?’.
Haar antwoord klonk zwak, schor. Helemaal anders dan de snijdende tong, die ze indertijd had gehanteerd.
‘ Dat klopt, ik was zestien. Het was een jeugdzonde.’
‘ Neemt niet weg, dat jij dat kind zomaar te grabbel hebt gegooid, en dat dat kind een lijdensweg heeft afgelegd in het systeem.’
Het hielp vast geen ene zier, als ze aanhaalde dat dit niet haar eigen keuze was geweest. Ze knikte dus alleen, uit haar ooghoek zag hij een dikke traan naar beneden rollen.
 ‘ Heb je dat kind achteraf nog gezien?’
‘ Neen, Karel, de baby werd meteen weggenomen na de geboorte.’
‘ Zal het jou verwonderen, dat ik de baby heb kunnen traceren? Hij is ondertussen 57 jaar oud, en zelf vader van drie kinderen. Jij hebt dus drie kleinkinderen, zuster, waar je zelfs het bestaan niet van afwist. En een achterkleinkind van de oudste.’
Hij zag dat dit haar duidelijk raakte, maar ze bleef zwijgen. Hij zocht op zijn tablet de Facebook profielfoto van haar zoon.
‘ Knappe foto’s van hem en zijn familie. Maar die houd ik mooi voor mezelf!’
Dit kwam keihard binnen, zoals hij verwacht had. Welke moeder verlangt niet om haar nakomelingen te zien. Ook al is het maar één keer in haar leven. Een tweede kans zou ze nooit meer krijgen, besefte ze.
‘ Groot was dan ook mijn verwondering, toen ik Michel zijn foto zag. Zie ik daar niet een litteken in zijn bovenlip? Net zo’n litteken, als je overhoudt aan een gecorrigeerde hazenlip?’
Knipper knipper. Nog meer tranen.
‘ Dus jij wou mij wijsmaken dat je mij daarmee gepest hebt toendertijd, terwijl je zelf zo’n monster op de wereld had gezet?’
‘ Ja maar Karel, je moet dat zo niet zien…’
Maar meer kon ze niet zeggen. Het werden haar laatste woorden, want hij sneed met één nijdige haal de top van haar neus af.